Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

    • Dat heet triage. Ze doet het om een juiste inschatting te maken van welke zorg er voor u op welk moment nodig is. Ze heeft hier een speciale opleiding voor gevolgd en als huisarts kan je niet zonder! Behalve voor triage is het ook een manier voor de huisarts om zich voor te kunnen bereiden op uw komst. De voorbereiding is beter als bekend is waar u voor komt.

    • Een consult duurt 10 minuten. In die 10 minuten moet ‘alles’ gebeuren.

      U doet uw verhaal, uw huisarts onderzoekt u indien nodig, bedenkt wat er met u aan de hand is en wat hij of u er aan kan doen. Vervolgens krijgt u de uitleg en soms nog een verwijsbrief of recept. Na uw vertrek voert de huisarts alles in in de computer.

      Als u meerdere klachten wilt bespreken kan dat niet zonder uit te lopen. Dit willen we voorkomen.

    • Het wordt steeds drukker in de huisartsenpraktijk. U moet vaker een aantal dagen, soms zelfs een week wachten voor u kan komen voor een niet-spoedeisende klacht.

      Het streven is om de wachttijd niet langer te laten zijn dan 1-2 dagen. Door de grote wisseling in drukte (zorgvraag) en de toegenomen hulpvragen is dit niet altijd mogelijk. Veel chronische zorg wordt vanuit de ziekenhuizen overgeheveld naar de huisarts (bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziekten). Hierdoor wordt het ook drukker in de praktijk.

    • De zorgverzekeraars bepalen  voor hun verzekerden welk merk door hen vergoed wordt en welke niet. Daar heeft de apotheek of huisarts geen enkele invloed op.

      Het voorkeurmerk van de zorgverzekeraar geldt vaak voor een beperkte periode, meestal tussen de 3 en 12 maanden. Het kan dus zelfs vaker veranderen. Zorgverzekeraars proberen elke keer de goedkoopste medicijnen in te kopen. U zult, als u dan toch uw oude merk pillen wilt, dit zelf moeten betalen.

      We kunnen u vertellen dat zowel wij huisartsen als uw apotheker dit erg vervelend vinden en er op landelijk niveau onze zorgen over uiten.

    • Nabestaanden hebben geen recht om het dossier van een overleden familielid in te zien (u mag alleen uw eigen dossier inzien).

      Toch kunt u na het overlijden van een familielid met vragen blijven zitten en graag het een en ander willen uitzoeken. Dan kunt u contact opnemen met de huisarts.

      Bespreek uw vragen met hem of haar. Vaak levert een gesprek waarin overwegingen worden toegelicht meer op dan inzage in het dossier.

    • Uw zorgverzekeraar vergoedt altijd uw bezoek aan de huisarts. Huisartsenzorg zit in het basispakket. Er geldt geen eigen risico voor. Dit geldt ook voor huisartsenzorg verleend door doktersassistenten en praktijkondersteuners. 

      Wel kunnen er kosten verbonden zijn aan:

      • de medicijnen die de huisarts u voorschrijft
      • de behandeling door een medisch specialist, fysiotherapeut, psycholoog of andere zorgverlener waar de huisarts u naar verwijst
      • laboratorium- of röntgenonderzoek dat de huisarts u voorschrijft.

      Hiervoor krijgt u bijna altijd te maken met het eigen risico. Dat betekent dat u de kosten zelf betaalt tot aan het maximum van uw eigen risico. Of de kosten boven het eigen risico wel, niet of gedeeltelijk vergoed worden, hangt ook af van uw zorgpolis.

    • U vangt dan urine op een in schoon potje om op de praktijk te laten onderzoeken. Tot u naar de praktijk gaat bewaart u het in de koelkast. U levert het bij voorkeur voor 10.00 uur in bij de balie zodat wij de tijd hebben het te onderzoeken, te laten beoordelen door de arts en zo nodig medicatie voor te schrijven en de apotheek tijd heeft dit klaar te leggen.

    • Tegenwoordig weten we dat bij gezonde vrouwen een blaasontsteking meestal vanzelf over gaat. We wachten daarom het liefst met het voorschrijven van medicatie. Dat kan u natuurlijk zelf ook doen door pas na een dag of drie bij aanhoudende klachten uw urine langs te brengen. Mocht u niet gezond zijn (denk bijvoorbeeld aan een afwijking aan uw nieren, of diabetes) of u heeft koorts of veel buik- of flankpijn, dan wacht u natuurlijk niet met urine brengen.